Volgens internationale schattingen hebben Nederlandse huishoudens voor ruim 60 miljard euro uitstaan in belastingparadijzen. Met de inkeerregeling is tussen 2002 en 2018 voor ongeveer 12 miljard euro verborgen vermogen alsnog aangegeven bij de Belastingdienst. Dat heeft 2,1 miljard euro aan belastingen opgeleverd en leidt ook op langere termijn tot hogere belastinginkomsten. De lage boetes voor vrijwillige inkeer en internationale uitwisseling van informatie lijken de vrijwillige inkeer te hebben gestimuleerd. Dat blijkt uit onderzoek naar belastingontduiking dat het Centraal Planbureau op 17 november 2020 heeft gepubliceerd.
Vooral de vijf procent meest vermogende huishoudens hebben van de inkeerregeling gebruikgemaakt. De correctie van verborgen vermogen verhoogt het aandeel van de rijkste duizend huishoudens in de totale vermogensverdeling van 8,8% naar 9,4%.Het ingekeerde vermogen komt voor de iets minder vermogende huishoudens vooral uit België, en voor de groep meest vermogende huishoudens uit Zwitserland. Dit lijkt een aanwijzing dat de huishoudens met de hoogste vermogens die belasting willen ontduiken het vermogen verder weg plaatsen en wellicht ook meer geavanceerde constructies gebruiken.
Per 1 januari 2018 geldt er geen verlaagd boetetarief meer bij vrijwillige inkeer voor nieuwe gevallen. Het verhogen van de pakkans door de fiscus en actievere internationale samenwerking zijn andere manieren om meer verborgen vermogens bloot te leggen en belastingontduiking tegen te gaan.